Advertisement

Johannes Theodorus Aarts

Advertisement

Johannes Theodorus Aarts

Birth
Asten Municipality, Noord-Brabant, Netherlands
Death
19 Sep 1944 (aged 45)
Eindhoven Municipality, Noord-Brabant, Netherlands
Burial
Loenen, Apeldoorn Municipality, Gelderland, Netherlands Add to Map
Plot
Vak/rij/nummer D 346
Memorial ID
View Source
Jan wordt geboren op 7 april 1899 in Asten. Hij is getrouwd met Maria van der Heijden met wie hij zes kinderen heeft. Als Maria vroegtijdig komt te overlijden, huwt hij voor de tweede maal met Tonia Koolen, met wie hij nog een zoon heeft. Tonia is echter moeder voor alle kinderen en samen vormen ze een hecht gezin.

Wanneer de oorlog uitbreekt, woont Jan in Eindhoven aan de Wolvendijk en werkt als onderbaas in de gloeilampenfabriek van Philips. Jan heeft een actief, optimistisch karakter en is zeer vaderlandslievend. Ten tijde van de Duitse bezetting gaat Jan dan ook een actieve rol spelen in het verzet. Thuis houdt hij een radio onder de divan verstopt waarmee hij Radio Oranje beluistert.

Omdat er tijdens de oorlog aan vrijwel alles gebrek is, teelt Jan zelf koren, aardappelen en groenten in zijn eigen tuin; voor het malen van de koren gebruikt hij de motor van de wasmachine.

Op 18 september 1944 wordt Eindhoven bevrijd. De volgende ochtend wordt Jan opgezocht door ene meneer Van Vechel, functionaris van het Nederlandse leger, die Jan overhaalt om in dienst te gaan. Jan, gedreven als hij is, stemt onmiddellijk toe en vertrekt in de middag met zijn gezin naar het meldingsbureau op het station. Omdat hij daar de nacht zou blijven, vraagt hij zijn kinderen of ze thuis eten kunnen halen. Nadat zoon Harrie zijn vader boterhammen en pannenkoeken van aardappelmeel heeft gebracht, maant Jan hem vlug terug naar huis te gaan, omdat de Duitsers een bombardement hebben aangekondigd. "En zeg maar dat ik ook kom", zegt hij nog.

Als het bombardement begint, is Harrie nog maar bij de tuin van Antoon Philips als hij moet schuilen. Terwijl de scherven om zijn oren vliegen, springt hij weer op de fiets en keert terug naar huis. Ook Jan besluit ondanks alle waarschuwingen het bombardement in de kelder van het station niet af te wachten. Samen met buurgenoot Jan Sleddens lopen ze langs de loslijn van het spoor naar huis. Als het bombardement in alle hevigheid losbarst, duiken ze in een sloot. Daar wordt Jan door een voltreffer op slag gedood. Jan Sleddens raakt zwaargewond. Het station dat ze hadden verlaten in de verwachting dat het elders veiliger zou zijn, was in het bombardement niet geraakt.

Zijn familie wacht nog de hele nacht op de terugkeer van Jan. Als ze vanuit de woonkamer de rode gloed boven de stad zien, vrezen ze dat Jan daar niet meer levend vandaan komt. Later de volgende dag, na een vruchteloze zoektocht langs de ziekenhuizen en tijdelijke hospitaals, komt de pastoor hen thuis mededelen dat Jan op 19 september was overleden. Jan, een van de 277 Eindhovenaren die bij het bombardement zijn omgekomen, is 45 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nationaal Ereveld in Loenen.
Jan wordt geboren op 7 april 1899 in Asten. Hij is getrouwd met Maria van der Heijden met wie hij zes kinderen heeft. Als Maria vroegtijdig komt te overlijden, huwt hij voor de tweede maal met Tonia Koolen, met wie hij nog een zoon heeft. Tonia is echter moeder voor alle kinderen en samen vormen ze een hecht gezin.

Wanneer de oorlog uitbreekt, woont Jan in Eindhoven aan de Wolvendijk en werkt als onderbaas in de gloeilampenfabriek van Philips. Jan heeft een actief, optimistisch karakter en is zeer vaderlandslievend. Ten tijde van de Duitse bezetting gaat Jan dan ook een actieve rol spelen in het verzet. Thuis houdt hij een radio onder de divan verstopt waarmee hij Radio Oranje beluistert.

Omdat er tijdens de oorlog aan vrijwel alles gebrek is, teelt Jan zelf koren, aardappelen en groenten in zijn eigen tuin; voor het malen van de koren gebruikt hij de motor van de wasmachine.

Op 18 september 1944 wordt Eindhoven bevrijd. De volgende ochtend wordt Jan opgezocht door ene meneer Van Vechel, functionaris van het Nederlandse leger, die Jan overhaalt om in dienst te gaan. Jan, gedreven als hij is, stemt onmiddellijk toe en vertrekt in de middag met zijn gezin naar het meldingsbureau op het station. Omdat hij daar de nacht zou blijven, vraagt hij zijn kinderen of ze thuis eten kunnen halen. Nadat zoon Harrie zijn vader boterhammen en pannenkoeken van aardappelmeel heeft gebracht, maant Jan hem vlug terug naar huis te gaan, omdat de Duitsers een bombardement hebben aangekondigd. "En zeg maar dat ik ook kom", zegt hij nog.

Als het bombardement begint, is Harrie nog maar bij de tuin van Antoon Philips als hij moet schuilen. Terwijl de scherven om zijn oren vliegen, springt hij weer op de fiets en keert terug naar huis. Ook Jan besluit ondanks alle waarschuwingen het bombardement in de kelder van het station niet af te wachten. Samen met buurgenoot Jan Sleddens lopen ze langs de loslijn van het spoor naar huis. Als het bombardement in alle hevigheid losbarst, duiken ze in een sloot. Daar wordt Jan door een voltreffer op slag gedood. Jan Sleddens raakt zwaargewond. Het station dat ze hadden verlaten in de verwachting dat het elders veiliger zou zijn, was in het bombardement niet geraakt.

Zijn familie wacht nog de hele nacht op de terugkeer van Jan. Als ze vanuit de woonkamer de rode gloed boven de stad zien, vrezen ze dat Jan daar niet meer levend vandaan komt. Later de volgende dag, na een vruchteloze zoektocht langs de ziekenhuizen en tijdelijke hospitaals, komt de pastoor hen thuis mededelen dat Jan op 19 september was overleden. Jan, een van de 277 Eindhovenaren die bij het bombardement zijn omgekomen, is 45 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nationaal Ereveld in Loenen.

Sponsored by Ancestry

Advertisement